Zondag 30 december. Geen jaaroverzicht als laatste verslag van 2012, maar een visverslag. Wat niet wegneemt dat 2012 in alle opzichten een fantastisch jaar met de spinhengel is geweest. Het jaar afsluiten, uiteraard met de spinhengel in de hand is het mooiste om samen te doen met je vismaten. En Rob en Raimond zijn ondertussen meer dan vismaten voor mij geworden, net zoals John van Gameren die helaas vandaag moet werken.
We beginnen vanochtend in de polder. Helaas blijkt de polder die ik uitgekozen heb al bezet te zijn. We zien drie mannen met lange spinhengels struinen langs het water door het vroegere land van mijn opa. Tot ik met SddP begon werd hier behalve door mij nooit door anderen gevist. Afgelopen vrijdag werd ik vissend in een andere polder ook herkend door twee vissende lezers van SddP.
Toen ik nog op karper viste kon ik mij opwinden over 'stekkenpezers', maar nu doe ik dat niet meer. Ik denk mooi zo, en gun deze vissers hun succes. Er is meer dan water genoeg, en dus moet ik opzoek naar nieuwe uitdagingen. Altijd leuk!
De tweede polder die we aandoen hebben we wel helemaal voor ons zelf. Helaas werkt de aanwezige snoek daar niet mee, want slechts een klein snoekje liet zich foppen. Raimond is er terecht blij mee, want iedere vis groot of klein telt mee.
De kans is groot dat de meeste snoeken achter de witvis aan deze polder zijn uitgetrokken of zich ophouden op de diepere stukken water om te overwinteren. De polder laten we voor wat het is, en we gaan de luwte opzoeken. Goed voor onze lijf en leden, maar ook voor de snoeken is het daar beter uit te houden.
Ik probeer mij altijd zoveel mogelijk te verplaatsen in de vis waarop ik het voorzien heb. De duurste spinhengel, werpmolen en lijn voorzien van het beste stuk kunstaas dat er bestaat zijn waardeloos als er op een plek gevist wordt waar de vis zich op dat moment niet ophoud. En dus zoeken we ons *geluk (*bestaat niet, dat moet je zelf afdwingen) aan de rand van de polder.
Wie niet waagt wie niet wint. Maar wagen moet je wel met verstand doen. De tijd dat een goede spinhengel van glasvezel was, niet langer gemaakt kon worden dan 210 cm, en altijd voorzien moest zijn van hooguit vijf grote geleideogen incl. topoog ligt ver achter ons. Wat wel gebleven is is het kurkenhandvat met reelringen. De cone met rubberen stootdop zoals die noodzakelijk was op spinhengels gemaakt van splitcane is niet meer nodig. Voordeel van grafiet is dat de spinhengels die daarvan gemaakt worden niet alleen langer zijn, maar ook gevoeliger dan hun glasvezel voorgangers. Gemaakt van dikwandig grafiet zijn ze ook nog eens veel beter bestand tegen blijvende schade als ze licht overbelast worden. Er kan dus met veel meer kunstaas gevist worden op een en dezelfde spinhengel als vroeger. Met de Spirit of Amsterdam is mijn droom van slechts een spinhengel voor allround gebruik in de polder uitgekomen in 2012. En dat ik op de laatste visdag van dit jaar op deze spinhengel, bespannen met Nanofil en een PaKo S lepel een dikke snoek mag bijschrijven is fantastisch. De aanbeet zelf was niet minder fantastisch een grote boeggolf volgde over een afstand van zeker vier meter de lepel om daarna er vol op te knallen.
2012 ligt nu bijna achter ons, en een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen lonkt. Alle lezers wens ik een goede maar vooral ook veilige jaarwisseling, en natuurlijk een spetterend 2013 toe.
Groeten,
Peter Linzell