1 okt 2010

Zesenzeventig centimeter snoek op de BB1

Vrijdag 1 oktober. De 30 mm slanke Terrible wil ik graag nog even uitproberen aan de BB1. Vanmorgen heb ik een uurtje over en dat kan ik goed benutten.

Uiteindelijk heb ik van dat uurtje misschien maar 20 minuten gevist! Na het 30 mm Terrible spinnertje een paar keer naar binnen gevist te hebben ben ik tevreden met hoe ik het spinnertje voel draaien. De 30 mm Terrible 'trekt' minder op de BB1 dan de 35 mm uitvoering en dat vind ik prettiger vissen. De 35 mm Terrible is ook eigenlijk bedoeld voor spinhengels vanaf 5 tot maximaal 8 gram.

Dat ik het uur vistijd niet volgemaakt heb, komt niet doordat ik tevreden ben over hoe het Terrible spinnertje het doet op de BB1 en dus weet wat ik wilde weten. Het heeft een andere reden: een grote snoek kon de verleidende werking van het Terrible spinnertje niet weerstaan! De snoek dook op het spinnertje precies toen deze zich op het midden van de gracht bevond. Een dril die minuten duurde was het gevolg. Tot drie keer toe nam de snoek een flink schot en trok daarbij meerdere meters nylon door de slip van het werpmolentje. Een grote snoek drillen op een viergrammertje van splitcane en een nylon lijntje met een breeksterkte van 0,7 kg is op zichzelf al een spannende gebeurtenis. Nu moest ik ook nog eens tussen de langs de kant en overkant afgemeerde bootjes in drillen. Na een paar spannende minuten kon ik de strijd in mijn voordeel beslissen.

Zoals een rolmops in een pot ligt de snoek in het landingsnetje opgerold op het gras. Wat een vis!



De groene rover blijkt maar liefst 76 cm lang te zijn. Gedrild op een ultra licht spinhengeltje van splitcane en een fragiel nylon lijntje is dat een hele mooie vis.


Voordeel van vissen langs de stadswatertjes is dat er altijd wel iemand in de buurt is om een foto te maken. Een foto van een tevreden visserman.

Verder vissen hoeft van mij niet meer, voor vandaag weet ik genoeg! Nagenietend fiets ik terug naar huis. Wat was dit gaaf!!!

Groeten,
Peter

29 sep 2010

Fantastisch

Woensdag 29 september. De keren dat ik met de splitcane viste, was dat tot nu toe met de lichte driegrams top. Over het hengeltje ben ik tot nu toe meer dan tevreden. Ondertussen ben ik wel nieuwsgierig naar hoe het spinhengeltje vist met de viergrams top. Dus als echte BB1! Vanmorgen heb ik daar mooi even de tijd voor. Naast de kleine spinnertjes die ik op de driegrammer vis, neem ik ook wat spinnertjes mee die bedoeld zijnvoor de vijfgrammer. Wat ik vooral graag wil weten is hoe een 35 mm slanke Terrible spinner vist op de BB1.

Bij het stadswater aangekomen worden de twee hengeldelen in elkaar gestoken en daarna gaat de Shimano Sedona tussen de reelringen. Op het spoeltje van het kleine werpmolentje is 10% Maxima gespoeld met een breeksterkte van 0,7 kg. Op een viergrammer hoort een lijntje van 12 tot maximaal 14% met een breeksterkte van 0,8 tot 1 kg. De lijn die ik gebruik is eigenlijk net iets te licht, en bij het afstellen van de slip houd ik daar rekening mee. Voor de BB1 heb ik een Shimano Symetre 500FJ met reserve spoel besteld, daar worden nylon lijntjes met de juiste breeksterkte opgespoeld.

Na eerst een titanium spinstang aan het nylon te hebben gemonteerd wordt daarna een 35 mm Terrible spinner in de speld van de spinstang gehangen. Tijd om de de combinatie BB1 en 35 mm Terrible spinner uit te proberen. De viergrammer is totaal anders dan de driegrammer. Het hengeltje voelt nog een stuk strakker en sneller aan. Toch bezit het hengeltje voldoende veerkracht om de spinner zonder extra krachtinspanning van mij precies neer te laten komen waar ik hem hebben wil. Voor m'n gevoel kun je de omwentelingen die het blad van de Terrible maakt tellen. Nog nooit heb ik met zo'n gevoelige spinhengel gevist.

Toen ik de slip afstelde door de haak van de spinner in een boom te prikken en de hengel rustig rond te trekken was me duidelijk dat de viergrammer onder spanning volmaakt progressief buigt. Alle eigenschappen die een goede spinhengel moet bezitten zijn in de BB1 verenigd. Deze zijn: goede balans, razend snel en strak, souplesse en veerkracht en een progessieve buiging.



Op de 35 mm Terrible vang ik meerdere baarzen tussen de 20 en 25 cm. Geen whoppers maar wel stuk voor stuk furieuze vechterbaasjes. Helaas heb ik geen 30 mm slanke Terrible spinners meegenomen, want ook die had ik achteraf graag willen uitproberen.

Eens kijken hoe een kleiner spinnertje het op de viergrammer doet. In dit geval een spinnertje met magnum willow blad van rond de 20 mm. Een spinner met een vouw in het midden van het blad die wat draaien betreft tussen een Indiana spinner en een Colorado spinner in zit.



Ook dat spinnertje voel je perfect trillen tot in het handvat van de splitcane. Behalve baarzen van tussen de 20 en 25 cm vang ik nu ook de kleinere exemplaren. Visjes die ik eerder de 35 mm Terrible zag volgen en soms tegen de spinner aan zag en voelde stoten.



Een keiharde stoot op het spinnertje gevolgd door flinke weerstand doet een grote baars vermoeden. De vis blijft diep, maar het typische bonken waarmee de baars zich meestal verzet blijft uit. Geen baars, maar een bak van een blankvoorn heeft zich in het spinnertje vergist. De kers op de ultra lichte taart deze morgen!

Groeten,
Peter

26 sep 2010

Splitcane uit Frankrijk


Splitcane uit de Flevopolder en uit Frankrijk

Zondag 26 september. Luxor Luxe Ultra Legére 0,5 - 3 gram staat te lezen op Danny zijn laatste aanwinst. Een heuse ultra lichte splitcane spinhengel van het beroemde Pezon et Michel. Een hengeltje bedoeld voor een nylon lijntje met een breeksterkte rond de 0,7 kg. Het hengeltje zal zeker 40 jaar oud zijn, maar verkeert ondanks zijn leeftijd nog steeds in nieuwstaat.

Vandaag gaat Danny er voor de eerste keer mee vissen. Yuki heeft mij een sms-je gestuurd of ik zin heb om met Danny en hem mee te gaan vissen. Mijn antwoord is kort: JA! Lekker de polder in, ik heb er ontzettend veel zin in.

Vissen met splitcane is net zoals voor mij een aantal weken geleden ook voor Danny nieuw. Na zijn eerste worp en het spinnertje daarna naar binnen te hebben gevist, is ook Danny verbaasd. Wat vist dat lekker!!!




Het duurt niet lang of Danny vangt zijn eerste baarsje op het hengeltje. Duidelijk is daarna meteen dat er een splitcane liefhebber bij is! Danny en ik vangen meerdere baarsjes achter elkaar. Yuki vist met de Spinmatic vijfgrammer en een terrible 35 mm spinnertje en haakt daardoor minder baars dan wij. De 35 mm spinner is voor de baarsjes te groot! Snoekie Yuki heeft het op een andere rover voorzien en dat zou later helemaal goed komen!


De eerste snoek van vandaag laat zich verleiden door een JvG spinnertje met een Indiana blad van 18 mm met daarachter een zwart vliegje. De Flevocane BB1 maakt een fraaie buiging richting de snoek, die niet veel later op zijn beurt moet buigen voor het splitcane.


Snoekie Yuki maakt zijn naam waar en vangt de tweede snoek van vandaag. Een heel aparte snoek, want kop van de snoek is aan beide kanten anders van kleur!




Hoe verder we het polderslootje uitvissen hoe groter de baarzen worden.


Baarzen die prachtige sport geven op onze splitcane Rapiertjes!


Yuki vangt dan met de 35 mm terrible spinner ook goed baars.


Danny heeft het prima naar zijn zin in de polder. Meerdere baarzen van een mooi formaat vangt hij achter elkaar.


Kleine slootjes zijn vaak schatkamers voor de liefhebbers van het ultra lichte spinnen. Veel vissers laten deze slootjes voor wat ze zijn, er zwemt volgens hen slechts klein spul rond. Met een kneiter van een snoek bewijst Yuki vandaag toch echt het tegendeel.


Niet veel later voegt onze snoekentemmer daar nog een fraaie poldersnoek aan toe!

Het was een visdag om in te lijsten. Goed gezelschap, een mooie omgeving, prachtig weer en ook nog eens goede vangsten voor ons alle drie. Bedankt mannen, ik heb genoten!

Groeten,
Peter

2 sep 2010

Mijn eerste snoekje op splitcane

Donderdag 2 september. September is de maand waarin de zomer overgaat in de herfst. Voor het ultra lichte spinnen is september vaak een top maand. De maand van overvloed, de natuur barst uit zijn voegen. De herfst hangt in de lucht, het is nu heerlijk om buiten te zijn. Zeker op een dag als vandaag waarop de zon zich laat zien en voelen.

In de ochtend maak ik tijd vrij om nog een keer op pad te gaan met de splitcane. Ik wil het hengeltje beter leren kennen, en omdat te doen moet je ermee vissen. De splitcane heeft me verbaasd de vorige keer. Gevoelig en razendsnel als een spinhengel van grafiet, maar dan wel met souplesse en massa zoals een goede glasvezel spinhengel die bezit. Werpen ermee is dankzij deze eigenschappen een genot.

Aan de rand van waar we wonen is een doodlopend slootje. Ondiep water dat op de plek waar het ophoudt te bestaan dichtgegroeid is met waterlelies. Gelukkig is de rest van het slootje goed bevisbaar. Een slootje dat schreeuwt om met een klein spinnertje bestookt te worden. Een spinnertje met een Colorado blad van 15 mm en daarachter een uitdagend rood vliegje mag er zijn kunsten gaan vertonen.

Meestal barst er van de mini baarsjes, maar nu van de baars geen teken. Misschien komt het door dat de wind naar het noorden gedraaid is, of zitten ze onder de lelies of zijn ze het slootje uitgetrokken naar dieper water. Zo peinst een visserman wat af!

Halverwege het slootje staat haaks erop een prutslootje. De splitcane lanceert het spinnertje naar de ingang van het prutslootje. Het spinnertje draait nog maar net, als een modderkolk bij de ingang van de sloot een snoekje verraadt. In een fractie van een seconde is het raak, en heeft de snoekje het spinnertje een halt toegeroepen. Hangen!!! Het eerste contact met een snoek op mijn splitcane.

Het fragiele hengeltje buigt maar blijft gewoon heel! De rover neemt een schot door de slip en ook dat gaat goed. Natuurlijk gaat het goed, alles is perfect op elkaar afgestemd, maar toch! Het verdere vuurwerk dat het snoekje daarna nog probeert wordt in de kiem gesmoord door de veerkracht van het splitcane en de elasticiteit van de nylon lijn. Het landingsnetje wordt open geklapt, en zonder verder verzet glijdt het snoekje erin.


Wat is dit gaaf! Het snoekje wordt gemeten en het meetlint blijft op 51 cm steken. Mijn eerste snoekje op splitcane, ik ben er heel blij mee!

Groeten,
Peter

31 aug 2010

Struinen met splitcane

Dinsdag 31 augustus. Tussen 10.00 en 11.30 maak ik tijd om vrij om even te vissen. Het weer ziet er ook nog eens goed uit. Er staat een zwakke noordwestenwind en een flauw zonnetje, dat later zelfs nog aangenaam warm wordt.

Tijd om de splitcane BB1 uit te gaan proberen. Ik kies voor de lichtere top, en is het dus geen viergrammer maar een driegrammer. De Shimano Sedona 500FD gaat tussen de reelringen, en oogt zeer fraai onder de splitcane. De Maxima met een breeksterkte van 0,7 kg die daarop gespoeld is, is perfect in balans met het hengeltje.

Met de fiets rijd ik naar de stadswatertjes. Best wel spannend om voor het eerst met splitcane te vissen. Misschien valt het me wel ontzettend tegen, bedenk ik me nog onderweg. Bij het water aangekomen gaat de dunne nylon lijn door de kleine hardchrome geleideogen. Een 18 mm Beatle bug gemonteerd aan een stukje fluorcarbon met warteltje wordt aan de hoofdlijn geknoopt. Een BB loodje van 0,4 gram wordt op het uitstekende stukje nylon geknepen dat na de knoop overblijft. Het stukje nylon onder de loodhagel knip ik daarna af.

De eerste worp verbaast me. Wat werpt dat fantastisch! Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht. De trillingen van het spinnerblad voel je ook goed. Genietend, maar ook verwonderd over hoe heerlijk het hengeltje werpt, vis ik het spinnertje meerdere worpjes achter elkaar naar binnen.




Het zal zo rond de vijfde worp geweest zijn als ik duidelijk tikjes op mijn spinnertje voel, gevolgd door lichte weerstand. Een baarsje! Niet groot, maar wel mijn eerste op splitcane. Na nog een paar mini baarsjes te hebben gevangen, verwissel ik de Beatle bug voor een Sanborn spinnertje. Een spinner met een spinnerblad van rond de 15 mm. Ook meteen maar een spinstangetje voor de spinner, het 'risico' dat een snoek het spinnertje te grazen neemt loert altijd om de hoek. De Sanborn heeft een Colorado blad, een blad dat een beetje aan het blad van de stompe Terrible doet denken. De Sanborn geeft daardoor iets meer weerstand onder water dan de Beatle bug. Iedere slag die het blad maakt voel je op het splitcane. De Sanborn spinner lijkt als gemaakt voor dit hengeltje, wat vist dat prettig!






De baarsjes volgen elkaar in een rap tempo. Helaas de tijd gaat veel te snel, en ik moet alweer stoppen.

Mijn eerste indruk van splitcane is positief. Het is een hengeltje dat heel fijn en precies werpt, goed de haak zet, en haarscherp de trillingen van de spinner registreert. Zelfs het kleinste tikje van een baarsje wordt goed doorgegeven. Het heeft mij verbaasd, en al mijn verwachtingen overtroffen!

Groeten,
Peter

27 aug 2010

Splitcane BB1


Vrijdag 27 augustus. Mijn splitcane BB1 spinhengeltje is klaar!




Een splitcane spinhengeltje van 167 cm lang, met een opgegeven werpgewicht van 2 tot 4 gram. Een viergrammer dus! Een spinhengeltje bedoeld voor nylon met een breeksterkte rond de 1 kg en spinnertjes met een Colorado of Indiana blad van 20-25 mm.





Net zoals bij mijn Fair Play spinhengels zijn de beiden delen van de BB1 niet even lang. Wat opvalt aan de BB1 is dat het achterdeel kort is en de top extreem lang is. Ik heb er een splitcane verlengstuk bij laten maken, zodat de beide delen even lang zijn tijdens transport. Net als bij splitcane vliegenhengels is het mogelijk een lichtere top erbij te laten maken. Ik heb dat dan ook gedaan.

De BB1 voelt snel en strak aan, en doet wat dat betreft zelfs aan grafiet denken. Het hengeltje buigt mooi onder spanning, maar tot 90° graden rond trekken heb ik nog niet geprobeerd. Dat laatste schijnt ook niet verstandig te zijn bij splitcane.


Gewikkeld met met zijdegaren in groen en rood.

Voor het afbouwen zijn materialen van hoge kwaliteit gebruikt. Een RVS plaatje onder het kurk, hand gedraaide RVS reelringen, Flor grade kurk, hardchrome geleideogen en een ultra licht topoog.


Het splitcane verlengstuk met boven de bus drie puntjes die ook onder de moeder bus van het achterdeel te zien zijn. De puntjes moeten precies tegenover elkaar komen als de bussen in elkaar gestoken worden.

De moeder en vader bus(jes) gemaakt van nickel silver hebben vloeiend uiteenlopende punten aan de achterkant, net zoals de busjes die vroeger op kwaliteits splitcane hengels gebruikt werden. Mijn BB1 is gewikkeld met groen en rood zijdegaren.


Struinen door de Polder

Een echt stukje Hollands glorie uit de Flevopolder.

Groeten,
Peter

14 jun 2010

Testen

Zondag 13 juni. Spinnerbouwer en vismaat John van Gameren zit niet stil. Gisteren lag er een envelop op onze mat met daarin zijn laatste creaties. Misschien wel de kleinste spinnertjes die ooit door hem gemaakt zijn! Die moet ik natuurlijk vandaag uitproberen. Samen met de afgelopen winter opnieuw door John leven ingeblazen Sanborn spinnertjes.




De kleine voor de Rapier gemaakte Sanborn spinner lijkt wel een reus naast het nieuwe spinnertje. De voor de vijfgrammer gemaakte uitvoering van de Sanborn spinner heb ik tijdens de winter al met succes uitgeprobeerd!

De Rapier gaat mee vandaag samen met de Shimano Rarenium CI4 1000 FA, die volgespoeld is met Stilon 12,5%. De poldersloot die ik ga uit vissen is ondiep en op veel plaatsen staat deze vol met waterplanten. Hier barst het soms van de kleine baarsjes, en de ruisvoorn voelt zich er ook thuis. Met het kleine spinnertje waarmee ik begin kan hier prima gevist worden.




Dat de eerste vis op het spinnertje een mooie ruisvoorn is zorgt bij mij voor een grote glimlach.





De ruisvoorns komen er daarna niet meer aan te pas. Ik haak er nog eentje, maar die weet zich van het kleine spinnertje te ontdoen. De baarsjes zijn los, en ik beleef een klein feestje met de Rapier. Zo gaaf, zulke slootjes waar menig visser aan voorbij gaat. Een schatkamer voor de bezitter van een Rapier of een Floret.

Na een flink aantal gestreepte mini's is de kleinste Sanborn spinner aan de beurt. Baarsjes vangen veranderd daardoor in baarsjes pesten. Vol bravoure wordt het spinnertje vanuit alle hoeken bestookt. In deze sloot ben je als klein visje je leven niet zeker, dat is duidelijk!




De vangsten, lopen dankzij de grotere Sanborn spinner terug, maar de pret wordt er niet minder door. Geweldig spektakel in zulke slootjes die gedomineerd worden door mini baarsjes.

Ik vind het na twee uurtjes vissen mooi geweest. Tijd om naar Francine en de kids te gaan en om de rest van de zondag heerlijk te relaxen!

Groeten,
Peter

18 apr 2010

Brute kracht

Zondag 18 april 2010. De afgelopen week voel ik dat het goed is geweest dat ik vorig jaar wat minder op karper gevist heb. De rust in mezelf die ik vorig jaar niet kon vinden, is nu weer helemaal terug. Wat is er (ont)spannender dan lekker naar een pennetje turen?

Toch is er wel iets anders aan het vissen op karper vergeleken met de andere jaren. Dit jaar heb ik mezelf geen doelstellingen (aantallen en afmetingen) opgelegd. De afgelopen jaren verlegde ik steeds mijn grenzen. De wilde- en/of boerenkarpers zijn de vissen waar ik me vooral op ga richten. Vissen in polders waar geen uitzettingen in het verleden en vooral niet in het heden hebben plaatsgevonden. In Waterland/de Zaanstreek, West Friesland en de kop van Noord Holland is nog voldoende water voorhanden waar de wilde karpers zwemmen.

Na vandaag lekker samen met Francine en Marleentje in de boot op het water te hebben doorgebracht, ga ik in de namiddag naar de polder. Wat een verschil met afgelopen zondag en woensdagavond! De wind is flink afgezwakt, en de buitentemperatuur is opgelopen. Het voelt hier nu een stuk aangenamer. Overal onderweg kom ik nieuw leven tegen, lammetjes in de weilanden, maar ook pulletjes zwemmend met hun moeder in de slootjes.

Als je goed kijkt zie je dat de karpers ook weer actief aan het worden zijn. Slakjes en allerlei ander krioelend klein spul zijn langs de slootkanten weer aanwezig. Het voedsel voor de wilde karpers, samen met muggenlarven. Je kunt deze krachtige vissen dan ook goed op een mestpiertje vangen. Probleem is dan wel dat je soms ontzettend veel aanbeten krijgt van baarsjes en witvis die in grote aantallen in de polder rondzwemmen. En, tot eind mei mag er helaas niet gevist worden met mestpiertjes.

Gelukkig doen maiskorrels het ook goed hier. Twee jaar terug heb ik hier ook goed gevangen op 10 mm boilies die ik op een op hair viste. Gewoon onder het pennetje aangeboden. Goede vangers waren toen de smaken mossel/oester en garnaal. De verklaring? De geur die deze boilies afgeven zal waarschijnlijk lijken op het natuurlijke voedsel dat de karpers eten. Varieren doet begeren, zeker op sier- en cultuurwater, waarin de meestal uitgezette karpers afhankelijk zijn van het door de vissers in het water gegooide aas. Tussen de eenden door zie je de karpers op zulke wateren het voor de eenden bedoelde brood naar binnen slurpen. Vandaar ook dat je vaak goede vangsten boekt aan de oppervlakte op zulk water.

Waar ik vanavond ben worden geen eenden gevoerd. Van eenden heb je hier dan ook tijdens het vissen geen overlast. Die nemen de wieken als je het weiland betreedt. Een enorm contrast met sier- en cultuurwater. Tijdens de winter een karper vangen in de polder is dan ook een moeilijke opgave. Op sierwater heb ik zelfs tussen het ijs karper gevangen. De eenden hielden het water rond de brug open en de karpers deden zich te goed aan het overvloedig aan de eenden gevoerde brood.

Na op drie uitdagend uitziende plekjes een paar handjes mais gestrooid te hebben tuig ik de hengel op. Het is de bedoeling om de voerplekjes straks om beurten af te vissen. Het water is nog vrij van begroeiing, en dus heb ik voor de zelfde set als afgelopen woensdagavond gekozen. Wilde karpers van tussen de vijftig en zestig centimeter geven prachtige sport op dit materiaal. Het is nog vroeg in het seizoen, en met de grotere vissen ben ik in mijn hoofd nog helemaal niet bezig.

Na het optuigen loop ik eerst nog even een stuk dieper de polder in. Niet om dat ik geen rust heb, maar gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik heb de tijd, en ook de karpers krijgen zo de tijd om de maiskorrels te vinden.

Terug bij mijn spullen en de voerplekjes aangekomen (moet je op sierwater eens doen!) is het duidelijk: de karpers zijn aan het azen. Op twee van de drie voerplekjes zijn plakkaten van kleine belletjes zichtbaar. Op het eerste voerplekje duurt het dan ook niet lang voor het pennetje in beweging komt. Het pennetje loopt weg, en beheerst tik aan. Hij hangt, maar het feest is van korte duur. De karper schiet los. Ik kan er niet mee zitten, er komt vast nog wel een herkansing. Die komt er ook, en deze karper is groter dan de vis die ik loste.




Een hele mooie karper gaat samen met het materiaal waarop hij gevangen is op de foto. Dit is de vis waarop ik het voorzien heb! Een wilde karper, gekenmerkt door een torpedovormig lichaam, het ontbreken van knik tussen zijn kop en rug en een eindstandige bek. Ze hebben een groter uithoudingsvermogen en een lichaam dat meer in balans is dan de door de mens gekweekte varianten. Die laatste zijn ooit bedoeld geweest voor consumptie; snelle groeiers die meer visvlees opleveren dan de wilde karper

Op de volgende voerplek volgt de tweede karper van vanavond. Een kleintje, maar het is er wel een. En wie het kleine niet eert...

Ik besluit nog even op deze voerplek door te vissen. Ik zit lekker, en ben met twee gelande wilde karpers al meer dan tevreden. Na een minuut of tien komt het pennetje opnieuw in beweging. Na eerst iets omhoog gekomen te zijn 'loopt' het weg en verdwijnt tergend langzaam onder water. Wat er daarna gebeurt zal ik voorlopig niet meer vergeten. Als door een raket afgeschoten gaat de karper ervan door nadat er vast geslagen is. Bizar gewoon! De slip van de kleine Fin-Nor AHAB MegaLite krijst. Even weet ik niet wat me overkomt. De vis is naar de overkant van de sloot 'geschoten' en koerst meters lijn van de werpmolen scheurend verder. Gelukkig is de overkant geschoond, de slootkant is daar afgelopen herfst gesneden en alles wat daar lag en stond is verwijderd. Meelopen met de vis om de uitstaande lijn te verkorten durf ik niet, omdat ik bang ben dat ik mijn landingsnet dan niet meer kan bereiken. Waar de vis zich bevind zijn draaiingen in het water te zien. De karper ploegt langs de overkant, en ik heb niets in te brengen.

Plots keert de vis, en zwemt langs de overkant de andere kant op. Door flink te draaien aan de molenslinger probeer ik contact te houden. Als dat contact er weer is, voelt het even als of de lijn onder water ergens in vast is blijven haken. Dan blijkt dat de karper de overkant verlaten heeft en zich bijna voor mijn neus in het midden van de sloot bevindt. Ik voer de druk op, de Hardy gaat rond als nooit te voren als de vis opnieuw ervan doorgaat. Zeker tien meter nylon vliegt door de oogjes van de oude glashengel. Het gemak waarmee dat gebeurt is niet normaal. De slip van de Fin-Nor is goed afgesteld, daar kan het niet aan liggen. Ik ben dan al meerdere minuten bezig en het einde lijkt niet in zicht. De vis bepaalt waar hij heen wil, ondanks dat ik de druk er vol ophoud. Wat voor monster is dat, en wat zou ik deze vis graag willen zien. Even vrees ik dat dat laatste misschien het enige is waarop ik mag hopen.

Rustig blijven, niet te gretig worden spreek ik mezelf toe. Zolang de vis uit de troep blijft die wel onder mijn kant ligt komt het misschien wel goed. Het duurt misschien nog wel een minuut of vijf (voelde als een uur) maar dan heb ik grip op de vis. Onder de kant aangekomen zie ik hem dan eindelijk helemaal, hij is echt groot! Mijn spieren zijn ondertussen flink aan het verzuren geraakt. Het lange en grote landingsnet en de hengel met karper daaraan gelijk bedienen valt niet mee. Iedere keer als de karper bijna bij het net gaat de vis er op nieuw vandoor. Ik wil deze vis niet verspelen, en zeker niet op de valreep. Het zal de vierde poging geweest zijn toen ik hem dan eindelijk boven het net weet te manoevren. YES, yes, yesssssssssssssssssss, het is gelukt!!!

Een echte wilde karper, een grote wilde karper mag ik even de mijne noemen. 74 cm brute kracht ligt moegestreden op het gras. Een vis die hier geboren is, en al generaties lang in deze polder thuis hoort. Een vis die in de winter op non actief 'staat' en dus veel langzamer groeit dan de gekweekte karpers van cultuur water.




Samen met de oude strijder ga ik op de foto. Niet als overwinnaar, maar met respect voor een vis die alles van mij en het materiaal vergde.

Groeten,
Peter