27 nov 2006

Stekverkenning


Zondag 26 november. Vandaag heb ik slechts een paar uurtjes vistijd tot mijn beschikking. Helaas zijn deze uurtjes ook nog in de ochtend. Toch wil ik de schaarse vistijd goed besteden, en het liefst in de polder. Op een half uurtje met de auto vanaf ons huis weet ik nog een mooie polder. Mooi omdat het er rustig is, de sloten niet kaarsrecht zijn maar af en toe een bocht maken, voornamelijk smal zijn en op sommige gedeeltes een stukje breder. Er kleven ook een paar nadelen aan deze polder: het is er ondiep (gemiddeld 30 cm) en het water is niet echt helder.

In mijn jeugd schaatste ik hier met mijn vriendjes, dit water lag altijd als eerste dicht. Was er een lange vorstperiode dan lag er veel dode vis onder het ijs. Deze polder wordt afgemalen, en staat niet in verbinding met dieper water. Al met al geen goede vooruitzichten wat betreft vangen van een flinke snoek. In het ondiepe water duurt het jaren voor een snoek een behoorlijke lengte haalt, en tijdens een lange winter is de kans groot dat zij het niet redt.


Dergelijk water leent zich bij uitstek om te bevissen met UL-materiaal. Toch ga ik vanmorgen voor mijn doen vissen met zwaar materiaal. Waarom? Ik wil graag in een kort tijdbestek een heleboel water afvissen, gewoon om deze polder een beetje in kaart te brengen voor wat betreft de vismogelijkheden. Mijn vismaat voor vandaag is een 6.6 ft lichte baitcaster en een kleine werpreel. Met deze combinatie wil ik een ondiep duikende Manns Stretch One-Minus vissen. Eén van de best vangende polder pluggen, naar mijn mening, samen met zijn bollere broertje de One-Minus. Deze plug is 11 cm lang en duikt niet dieper dan 30 cm! Het water is hier troebel, en daarom kies ik er een in een bruine tint met wat goud op de flanken.

Vorig jaar heb ik hier slechts een keer gevist, tijd om eens goed kennis te maken met dit water. Bij de auto schroef ik de reel vast op de baitcaster, een kort staaldraadje wordt aan de dikke nylon geknoopt met in de speld de plug. Het hek dat toegang verschaft tot de polder klim ik over, en bijna op de plek waar we vroeger onze schaatsen onder bonden maak ik de eerste worpjes. Vanaf hier ga ik in een voor mijn doen behoorlijk rap tempo de polder uit vissen. Geen waaiervormige worpjes om zo goed het water af te centimeteren, maar hier en daar de plug laten zwemmen. Het eerste stuk pakt de plug behoorlijk wat vuil in de vorm van afgestorven plantenresten. Het geeft een goede indicatie van de waterdiepte alhier. Toch krijg ik ook een tikje te verwerken op de baitcaster. Een baggerkolkje in de oppervlakte bevestigt de interesse van een snoekje. De volgende worp gebeurt vrijwel precies hetzelfde. Het snoekje is waarschijnlijk te klein voor de plug, of reageert uit agressie. Hierna blijft het stil op de plek en houdt snoekmans de kaken stijf op elkaar. Nou ja,het is eigenlijk al meer dan waar ik op gerekend heb vandaag. Het tijdstip is verkeerd, en het kunstaas is aan de grote kant voor deze polder.

Hoe verder ik de polder in ga, des te schoner wordt het water. Niet de kleur van het water wordt schoner, maar wel de bodem; het lijkt zelfs op sommige plekken wel iets dieper. De plug komt nu bijna iedere worp terug met schone dreggen. Waar ik niet op reken gebeurt, een snoeiharde tik kondigt een snoekje aan. Hoewel, snoekje....de lengte valt me meer dan mee gezien het type water.



De boeren hebben vanaf de kant waar ik vis de weilanden verdeeld door hekken, aan de overkant zijn het slootjes die daar zorg voor dragen. Het levert prachtige kruisingen op, waar ik graag de plug naar toe werp. Door het slingerde karakter van het water vis ik geregeld met de wind in mijn gezicht maar zo nu en dan ook weer staat de wind in de lengte richting van het water.

Ik ben tevreden, en helaas ontbreekt me de tijd om dieper de polder in te gaan. Tijd om terug te lopen door de groene wereld, zo nu en dan een worp plaatsen op een verleidelijk uitziend plekje. Met nog een paar honderd meter voor de boeg, breekt het water aan de overkant open. Jagende snoek, dat kan niet missen. De plug werp ik naar de overkant en ik wacht even. Door de kabbel drijft de plug onder de overkant. Met een tik uit de top duikt de plug, en op de plek waar een minuut geleden het water openbrak laat ik de plug stijgen. Meteen moet ik weer een tik geven, maar nu omdat de snoek in de plug een prooi heeft gezien. Deze snoek is behalve groter ook een stuk dikker dan de eerste. Een prachtige snoek, en dat op een plek waar hooguit 30 cm water staat.


Voor het laatste stuk water ontbreekt het me aan tijd om het uit te vissen. Met een voldaan gevoel klim ik het hek over en loop naar de auto. Deze polder ga ik van de winter zeker nog een paar keer bezoeken, maar dan wel zónder schaatsen!

Groeten,
Peter